Geesje Nijhof
- Woonplaats: Paterswolde
- Geboortedatum: 11 mei 1951
- Geboorteplaats: Wachtum
Was: Arts Maatschappij en Gezondheid en ik werkte bij de GGD Groningen, het RIVM en de IGJ als coördinerend specialistisch inspecteur, de laatste jaren op het gebied van de ouderenzorg. Ik was in mijn werk vooral gericht op mensen met sociaaleconomische gezondheidsverschillen, mensen met een etnisch andere achtergrond en de impact van laaggeletterdheid. Mijn focus was integraal gezondheidsbeleid met preventie en verbinding tussen welzijn, wonen en zorg.
Is: Coach, calamiteitenonderzoeker bij Triaspect en vrijwilliger met en voor mijn eigen doelgroep: de ouder wordende mens. Dit probeer ik te doen vanuit mijn perspectief als jonge oudere, waarbij ik mijn vaardigheden en kennis met plezier inzet. Vooral de intergenerationele contacten en uitwisseling geven hierbij veel energie. Kunstverkenning en zelf creatief bezig zijn samen met anderen is hier een voorbeeld van.
Waarom zit u in de Raad van Ouderen? Na mijn afscheid bij de IGJ kwam het verzoek om voor de provincie Groningen in de Raad van Ouderen te gaan. Ik wilde graag maatschappelijk actief blijven en ik wil graag verbinden tussen wat lokaal en regionaal belangrijk is en wat gezamenlijk landelijk wordt geadviseerd en bedacht. Voor mij is het vanzelfsprekend dat leeftijd er niet toe doet, je denkt en praat mee over zaken die jou aangaan ook op oudere leeftijd. Niets voor ouderen zonder ouderen is een motto waar ik me bij thuis voel.
Wat hebt u al bereikt met de Raad van Ouderen? Alleen bereik je niets. In de raad draagt iedereen, heel divers, vanuit eigen kracht en deskundigheid bij. Dat is uniek. Het geheel is veel meer dan de som der delen. Persoonlijk vind ik het een uitdaging om zuiver vanuit het ouderenperspectief te adviseren en niet vanuit een beroepsachtergrond. Ik ben er trots op dat het steeds beter lukt om die diversiteit van ouderen een plek te geven in onze adviezen.
Wat zou u doen met 1 miljoen extra voor ouderen? Voor mij hoeft dat niet specifiek naar wat nodig is voor ouderen. Er is genoeg, maar veel zaken kunnen anders en beter als beleidsmakers, beroepskrachten en ouderen samen kijken wat echt nodig is op kleinere schaal, bijvoorbeeld in de wijk waar je woont. Belangrijk is wel dat daar ook andere generaties bij aansluiten. Laat dat geld daarom ten goede komen die groepen die zich nu nog onvoldoende kunnen of willen laten horen en het zelf niet altijd redden.