Polypharmacy: too much or too little?
Gepubliceerd op: 29-03-2019
Het project 'Polypharmacy: too much or too little?' brengt in kaart welke medicijnen een oudere met meerdere aandoeningen nu eigenlijk gebruikt. Dit zorgt ervoor dat artsen de medicijnen beter op elkaar kunnen afstemmen. Hulpverleners vinden regelmatige medicatiechecks nuttig.
Voor welke professionals
- huisartsen, praktijkassistentes
- apothekers
- verzekeraars
- medisch specialisten
- overheid en fondsen voor wetenschappelijk onderzoek
Voor welke ouderen
- Ouderen van 60 jaar en ouder die langdurig meer dan vijf medicijnen gebruiken (polyfarmacie)
Hoe het werkt
Het komt vaak voor dat ouderen meerdere aandoeningen hebben of langere tijd 5 of meer medicijnen gebruiken. Bijwerkingen van medicatie zorgen er bij een deel van hen voor dat ze in het ziekenhuis terechtkomen. Het project 'Polypharmacy: too much or too little' wil de medicatie bij deze ouderen in kaart brengen. Zo kunnen artsen en specialisten de medicatie goed afstemmen en onnodige bijwerkingen bij ouderen voorkomen. De huisarts speelt een centrale rol door een integraal medicatieadvies op te stellen.
Wat het oplevert
Het in kaart brengen van hun medicatie zorgde bij 80% van de patiënten voor wijzigingen: sommige medicijnen vervielen, bij andere medicijnen veranderde de dosis en er waren ook nieuwe voorschriften. Deze veranderingen leidden niet tot een verandering van de kwaliteit van leven of het functioneren van patiënten. De betrokken specialisten zien veel in een centraal medicatieregistratiesysteem met toegang voor alle betrokken artsen en apothekers. Alle betrokken hulpverleners vinden het nuttig om regelmatige medicatiereviews te doen. Huisartsen en apothekers gaven wel aan dat er meer tijd en geld nodig is om deze in te voeren.