Eerstelijns geriatrische zorg in de wijk
Gepubliceerd op: 08-03-2021
Door de eerstelijnszorg te versterken met specifieke deskundigheid - bijvoorbeeld over dementie - verbetert de positie van ouderen en kunnen zij langer thuis blijven wonen. Gezondheidsproblemen worden sneller opgespoord waardoor ouderen minder snel aanspraak doen op tweedelijnszorg. De basis van de aanpak is een laagdrempelig en multidisciplinair overleg dat in de wijk plaatsvindt.
Voor welke professionals
- huisarts
- specialist ouderengeneeskunde
- geriatrisch verpleegkundige/ wijkverpleegkundige
- diëtist
- priklaboratorium
- psycholoog, fysio- of ergotherapeut met specifieke geriatrische expertise
Voor wie
- kwetsbare ouderen
- chronisch zieken
Hoe het werkt
Het samenwerkingsmodel kent 3 belangrijke onderdelen:
- Overleg binnen de huisartsenpraktijk met betrokkenen op het terrein van behandeling, wonen, zorg en welzijn.
- De huisarts kan terecht bij een specialist ouderengeneeskundekan met vragen over kwetsbare ouderen met ingewikkelde problemen in de thuissituatie of in het verzorgingshuis.
- Opsporen en screenen van kwetsbare ouderen door een geriatrisch consulent of wijkverpleegkundige met de Tilburg Frailty Indicator (TFI), een meetinstrument om kwetsbaarheid bij ouderen vast te stellen.
Wat het oplevert
Ouderen hebben een vast aanspreekpunt en hun (gezondheids)problemen worden eerder herkend. Zij krijgen samenhangende zorg en ondersteuning op een breed vlak: gezondheid, wonen en welzijn.
Professionals in de eerste lijn weten beter welk doel ze nastreven en hoe ze kunnen handelen. Ze hebben meer kennis over kwetsbaarheid en een netwerk om oplossingen te vinden.
Professionals in de tweede lijn kunnen de benodigde zorg eerder in gang zetten en ‘lichter’ houden.
De samenleving bespaart op zorgkosten doordat ouderen langer thuis blijven wonen met zorg op maat, in de wijk. Kosten voor duurdere tweedelijns zorg blijven beperkt.